Extra uitdaging binnen de groep

Het is belangrijk dat meerbegaafde leerlingen geprikkeld worden om te (blijven) leren en creatief te denken. Meerbegaafde leerlingen die met buitensporig weinig inspanning binnen de reguliere basisschool functioneren, hebben zich vaak een eigen leerstijl aangemeten, die lang niet altijd functioneel is voor de langere termijn, bijvoorbeeld in het voortgezet onderwijs. Het kind wordt nooit geconfronteerd met een gevoel van: dat kan ik niet, wat moet ik nu? Zonder deze ervaring (uiteraard op een goede manier gedoseerd) leert het kind zich nooit een eigen werkdiscipline aan en dit is nu juist zo belangrijk bij het zelfstandig werken in de hogere groepen en in het voortgezet onderwijs, waar de huiswerkattitude een belangrijk element in de succesformule is. Uitgangspunt voor goed onderwijs aan meerbegaafde leerlingen is dat zij minder oefening nodig hebben om zich nieuwe leerstof eigen te maken en de te maken leerstappen kunnen groter zijn dan bij andere leerlingen. Dit impliceert dat er ingedikt kan worden op het gewone leerstofaanbod. Dit indikken (compacten) heeft tot gevolg dat er wekelijks op meerdere vakgebieden tijd vrij komt om aan verrijkingsmateriaal te besteden. Binnen de constructie waarbij gekozen wordt voor compacten en verrijken, is verrijkingsstof geen keuzewerk meer waarbij de leerling bepaalt of hij wel of niet een extra taak maakt als hij klaar is met zijn/haar werk. Er is reguliere leerstof geschrapt en verrijkingsstof komt ervoor in de plaats. Zo gaat verrijking tot de gewone weektaak van de leerling behoren.

 

Bij de selectie van dit verrijkingsmateriaal wordt op dit moment zoveel mogelijk gekozen voor structureel inzetbaar materiaal (materiaal waaraan langere tijd achtereen met enige regelmaat gewerkt kan worden en schriftelijke verwerking biedt). Verrijken stuurt nu aan op een evenwichtig lesaanbod waarbij zowel kennis als vaardigheden worden aangeboden en de leerling leert leren. Daarnaast willen we ook meer uitdagend materiaal aanbieden waarbij het belangrijk is dit aanbod overzichtelijk te houden en daarnaast goed te structureren en te registreren. Om dit te realiseren werken wij op dit moment met de flexgroep. Op een aantal momenten in het jaar bepalen de groepsleerkracht, de ib-er en de flexgroepleerkracht welke leerlingen in aanmerking komen voor de flexgroep.

 

Organisatie

De geselecteerde leerlingen uit een groep krijgen drie kwartier per week les in de flexgroep. In die drie kwartier worden executieve functies (vooral doorzettingsvermogen) geoefend. Ook motoriek hoort in het programma, zowel grove als fijne motoriek. Daarnaast worden er opdrachten voorbesproken die de leerlingen gedurende de week in hun reguliere groep uitvoeren als verrijkingsopdrachten. Over die opdrachten is regelmatig overleg tussen de groepsleerkracht en de flexgroepleerkracht. Het materiaal voor die opdrachten worden veelal gehaald uit de boxen van levelwerk. Het zijn afwisselend taal en rekenopdrachten, afgestemd op de leerbehoefte van de betreffende leerlingen en zoveel mogelijk in de zone van de naaste ontwikkeling.